Tango

Tango


Ritme: 31-33 mpm

Maat: twee- of vierkwartsmaat

 

Voor de oorsprong van de Tango moeten we naar Argentinië, waar de dans aan het einde van de 19de eeuw ontstond. Het is een eerder dramatische dans met zowel Europese als Afrikaanse invloeden. Op dit moment zijn er veel verschillende soorten tango, zoals de Argentijnse tango, de salontango, Finse tango,... die soms erg verschillen van elkaar qua techniek en muziek. De ballroomtango, behorende bij de ballroomdiscipline is afgeleid van de Argentijnse tango.

Na zijn internationale doorbraak in de jaren twintig van vorige eeuw, werd de tango minder sensueel en gestileerd gedanst, en zoals bij vele dansen heeft Engelse invloed geleid tot de evolutie naar standardisering tot een competitiedans.

Ballroomtango is een van de vijf ballroom(standaard)dansen.


In tegenstelling tot de oorspronkelijke tango, heeft de ballroomtango een strikter tempo, waardoor de dans vlakker wordt en een minder sensueel karakter heeft. Kenmerkend zijn strakke, staccato bewegingen en snelle hoofdacties van de dame.

In de tango is het de kunst om de ‘Staccato’ en ‘Legato’ tempi af te wisselen. 


De houding bij de tango is ‘compacter’ dan bij de andere ballroomdansen. De dame legt haar linkerhand niet op de schouder van de heer, maar om zijn ellenboog heen en klemt haar linkerhand om de bovenarm van de heer. De hand van de heer ligt niet achter aan de linkerschouder van de dame maar iets lager en meer in het midden van de rug. In tegenstelling met andere standaarddansen -waar rijzen en dalen van het lichaam een basisregel is-, wordt de tango vlak gedanst met licht gebogen knieën.

De Europese tango wordt in principe zonder ‘sway’ gedanst.  Sommige bewegingen en figuren kunnen eventueel met (beperkte)  ‘sway’ gedanst worden. Dit is ontstaan door de snelheid van de actie of om bruusk af te remmen en/of van richting te veranderen. 

Overmatige of kunstmatige’ sway’ is totaal uit den boze en vloekt met de oorspronkelijke en originele Engelse stijl.